Meteen naar de inhoud

“Kun jij liplezen?” (en tien andere vragen over mijn slechthorendheid)

Mijn slechthorendheid komt hier wel vaker ter sprake, maar ik ben nog nooit echt ingegaan op de details.

Dat vind ik namelijk best spannend, maar het lijkt me ook goed. En leerzaam.

Dus heb ik elf veelgestelde en opvallende vragen op een rijtje gezet. Voorzien van een persoonlijk antwoord. (Want wat voor mij geldt, hoeft voor iemand anders die slechthorend is helemaal niet te gelden!)

Een foto van mijzelf, waarop mijn slechthorendheid te zien is. (Want ik draag hier zichtbaar een hoortoestel.)
Deze foto is al oud, maar ik heb niet veel foto’s waarop duidelijk te zien is dat ik slechthorend ben. En met mijn huidige korte coupe hangen er altijd wel een paar plukken haar voor mijn oren.

Hoe komt het dat je slechthorend bent?

In het slakkenhuis, een onderdeel van het binnenoor, zitten haarcellen die geluid doorgeleiden naar de hersenen. Bij mij werken die haartjes niet zoals het hoort. (Hihi. Pun intended.)

Hoe dát dan weer komt, is niet helemaal duidelijk. Voor zover ik weet, kan het een erfelijke oorzaak hebben, maar ook toeval zijn.

Ben je ermee geboren?

Waarschijnlijk wel. Maar mijn slechthorendheid is pas “ontdekt” toen ik vier was.

Mijn moeder had al snel in de gaten dat er iets niet klopte, maar de oorzaak werd niet gevonden. Jaren later, na de diagnose, zei de huisarts dat hij geen moment aan slechthorendheid gedacht had, omdat ik niet gewelddadig was. (Blijkbaar vertonen dove en slechthorende kinderen significant meer agressief gedrag dan hun “goedhorende” leeftijdsgenootjes.)

Tja.

Wat kun je nog wél horen?

Zonder mijn hoortoestellen hoor ik grofweg 30% van wat mensen normaal gesproken horen. Maar da’s een hele korte samenvatting. Ik hoor lage tonen bijvoorbeeld veel beter dan hoge tonen, en mijn linkeroor werkt over het algemeen beter dan rechts.

Met hoortoestellen is mijn spraakverstaan, in een “ideale situatie”, ongeveer 80-85%. “Ideaal” betekent een stille, niet-holle omgeving, en een prettig stemvolume (niet te zacht én niet te hard!). In zo’n situatie kan ik ongeveer 85% verstaan van wat er gezegd wordt. Maar als ik de spreker goed kan zien, wordt dat percentage hoger, want…

Kun jij liplezen?

Ja, ik kan liplezen. 🙂

Daar moet je nou ook weer geen wonderen van verwachten, maar het helpt me wel.

Kun jij gebarentaal?

Ik kan een beetje Nederlandse Gebarentaal (NGT), maar niet omdat ik slechthorend ben.

Ik heb namelijk Taalwetenschap gestudeerd, met een specialisatie in Gebarentaalwetenschap. Ik vond (en vind) gebarentaal erg interessant, en dat heeft deels met mijn handicap te maken, maar het is dus niet zo dat ik het ooit eerder heb moeten leren. Dat ik het nodig heb. Of iets dergelijks.

Na die bachelor ben ik trouwens hele andere dingen gaan doen, dus helaas is mijn kennis van NGT inmiddels behoorlijk weggezakt.

Heb jij op een speciale school gezeten?

Nee. Dat had wel gekund/gemogen, maar ik zat al op een “normale” basisschool toen mijn slechthorendheid ontdekt werd. En dat ging eigenlijk best goed.

Welke hulpmiddelen gebruik je?

Naast mijn hoortoestellen gebruik ik ook nog een speciale wekker. Ik heb jarenlang een trilwekker gehad, maar daar had ik een gruwelijke hekel aan. Nu gebruik ik een Wake Up Light, en dat ding is zalig!

En verder ondertitel ik alles wat te ondertitelen valt, maar daar heb ik geen aparte hulpmiddelen voor.

Doet het zeer?

Deze vraag is mij één keer gesteld, door een oude man die zijn hoortoestellen niet meer droeg omdat ze hem fysiek pijn deden. Dat vond ik heel heftig om te horen. Oorstukjes worden namelijk precies op maat gemaakt, dus je zou ze eigenlijk niet eens mogen voelen. Laat staan dat het zeer hoort te doen!

Dus als jouw opa / buurman / collega / weet-ik-veel-wie klaagt over pijnlijke hoortoestellen, stuur hem (of haar) dan alsjeblieft terug naar de audicien! Dan is het probleem vast zó verholpen.

Wordt jouw slechthorendheid steeds erger? Of is het stabiel?

De situatie is heel lang stabiel gebleven. Tussen mijn vierde en mijn zestiende zagen al mijn audiogrammen er ongeveer hetzelfde uit. Maar sindsdien ben ik het geleidelijk aan steeds slechter gaan horen.

Zowel de audioloog als ik weten niet wat de toekomst brengt. Het zou kunnen dat de boel weer stabiliseert – bijvoorbeeld omdat ik nu nog maar zelden keiharde muziek om me heen heb – maar het zou ook kunnen dat ik over tien, twintig, dertig jaar hartstikke doof ben.

De tijd zal het leren.

Vind je het vervelend om slechthorend te zijn?

Ja en nee.

Ik vind het niet vervelend om slechthorend te zijn, want ik ben dit gewend. En ik voel er helemaal niets van, dus meestal gaat het leven gewoon zijn gangetje.

Ik vind het wél vervelend dat ik het de laatste jaren steeds slechter ben gaan horen. En dat ik niet weet of – en zo ja, wanneer – die achteruitgang stopt. Alhoewel, misschien is dat maar goed ook?

Dit klinkt misschien raar, maar ik zou graag een grotere “buffer” hebben. Tussen hoe goed (of slecht) ik het nu hoor, en helemaal niks meer horen.

Terwijl ik ook wel weet dat doofheid niet het einde van de wereld is, en dat er prima mee te leven valt. Alleen, da’s niet het leven dat ik gewend ben. Laat staan het leven dat mijn vrienden en familie gewend zijn.

Dus ja, in sommige(!) opzichten vind ik het vervelend om slechthorend te zijn.

Vind je het vervelend om hier vragen over te krijgen?

Nee, helemaal niet. Ik heb liever dat mensen vragen stellen, dan dat ze op eigen houtje allerlei aannames doen over mijn slechthorendheid (en slechthorendheid in het algemeen).

Dus vraag maar raak! Wat zouden jullie nog meer willen weten?

6 reacties op ““Kun jij liplezen?” (en tien andere vragen over mijn slechthorendheid)”

  1. Pingback: 11 vragen die hoortoesteldragers zichzelf soms stellen | Wendy Weet Waarom

  2. Pingback: Waarom ik een bloedhekel heb aan de audioloog (ook als 'ie goed nieuws heeft) | Wendy Weet Waarom

  3. Wat mooi, zo’n open en eerlijk artikel. Best bijzonder wel, dat je huisarts zo verbaasd was omdat je niet agressief was…
    Ik heb ook ooit een korte(!) cursus gebarentaal gedaan. Heel erg interessant vond ik dat en ik nam me toen voor om het te onderhouden, maar ja, dat doe je dus niet als je er niet mee werkt.

    1. Jammer is dat he? Dat je de talen die je leert niet automatisch voor de rest van je leven in je vingers hebt…

      En dat was inderdaad “bijzonder”, van de huisarts. 😉 Dat slechthorende kinderen significant vaker agressief zijn, betekent nog niet dat agressiviteit een vaste eigenschap is van slechthorendheid. (Stel je voor!) Maar ik geloof wel dat die huisarts dat sindsdien donders goed weet.

  4. Leuk dat je al deze vragen op een rijtje hebt gezet en beantwoord hebt. Gebarentaal lijkt mij heel tof om te leren. Wist trouwens helemaal niet dat slechthorende kinderen vaker agressiever zijn dan goedhorende kinderen.

    Liefs,
    Marloes

    1. Nee, dat is een verband dat ik ook niet automatisch zou leggen. Maar blijkbaar is het wel zo. En ergens is dat ook wel logisch. Veel mensen worden min of meer agressief als ze niet goed begrijpen wat er om hen heen gebeurt. Dat wil volgens mij trouwens óók zeggen dat die agressie geen inherente eigenschap is van slechthorendheid of doofheid, en zich vooral voordoet als kinderen zich niet goed staande kunnen houden in hun omgeving. Met andere woorden, dat de agressie waarschijnlijk afneemt als ze (bijvoorbeeld) hoortoestellen dragen of in gebarentaal kunnen communiceren.

      En er zijn dus ook slechthorende kinderen die totaal niet agressief zijn. *wijst naar zichzelf*

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *