Thuis.
Op avontuur.
Waar begin ik?
Eerst maar iets eten.
Kökendör.
Elfje II — over (g)een vreemdeling zijn
Union
Not alone
Stranger among strangers
For a better world
Together
Tanka I
de hond achtervolgt
schapen die over de dijk
veiligheid zoeken
zijn baasje houdt mijn hand vast
bang voor zijn eigen demon
Diamantgedicht II (Koningsdag)
koning,
alleen, belangrijk,
spreken, beëdigen, wettigen,
majesteit, staatshoofd, vader, mens,
praten, beloven, werken,
samen, alledaags,
volk